De Amerikaanse aandelenmarkten zijn vrijdag verdeeld het weekeinde ingegaan. Vooral technologieaandelen waren uit de gratie na de tegenvallende kwartaalcijfers die softwaregigant Microsoft en internetconcern Google donderdag nabeurs publiceerden.
De leidende Dow-Jonesindex eindigde op 15.543,74 punten, een fractie onder de recordslotstand die een dag eerder was bereikt. De bredere S&P 500 steeg 0,2 procent tot 1692,09 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq sloot met een verlies van 0,7 procent op 3587,61 punten.
Microsoft, dat deel uitmaakt van alle drie de toonaangevende graadmeters, was met een min van 11,4 procent de meest in het oog springende daler. Het bedrijf boekte in het afgelopen kwartaal een tegenvallende winst. Dat kwam onder meer door een afschrijving van 900 miljoen dollar op zijn slecht lopende tabletcomputer Surface RT.
Malaise
Andere technologiefondsen deelden in de malaise. Zo stonden ook de computerfabrikanten IBM en Hewlett-Packard en chipmaker Intel onder in de Dow, met koersverliezen tussen de 0,9 en 4,5 procent. In de Nasdaq daalde internetreus Google 1,5 procent, ook al na kwartaalcijfers die niet voldeden aan de verwachtingen van analisten.
Bovenaan bij de hoofdfondsen stond General Electric met een winst van 4,6 procent. De fabrikant van onder meer treinen, vliegtuigmotoren, krachtcentrales, windturbines en medische apparatuur kwam met beter dan verwachte resultaten. Niet eerder zat het orderboek van het industriële concern zo vol.
De euro was 1,3140 dollar waard, net zoveel als bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van Amerikaanse olie steeg 0,3 procent tot 108,35 dollar per vat, terwijl die van een vat Brentolie met 0,2 procent daalde tot 108,46 dollar per vat. Amerikaanse olie was vrijdag zelfs kortstondig, voor het eerst sinds 2010, duurder dan Brentolie.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl